Grondwater en oppervlaktewater vormen de belangrijkste bronnen voor het Nederlandse drinkwater. In veel gebieden is de kwaliteit van dit water niet goed genoeg.  Voor het zuiveren van drinkwater zijn dan ook steeds geavanceerdere technieken nodig om ongewenste stoffen te verwijderen. Dit komt door te hoge emissies naar oppervlaktewater én grondwater van bestrijdingsmiddelen, geneesmiddelen, PMT-stoffen (waarbij PMT staat voor Persistent (niet of nauwelijks afbreekbaar in het milieu), Mobiel (goed oplosbaar in water en daardoor gemakkelijke verspreiding door het milieu) én Toxisch (giftig voor mens en/of ecosysteem), zoals PFAS en microplastics.

Een belangrijk doel van de Europese Kaderrichtlijn Water is om achteruitgang van de kwaliteit van de drinkwaterbronnen te voorkomen,  zodat het mogelijk is om met eenvoudige technieken drinkwater te produceren. Voor ongeveer de helft van de grondwaterwinningen in Nederland is dat nu het geval. De andere helft van de grondwaterwinningen voldoet niet vanwege de invloed van menselijke activiteiten, zoals landbouw, riolering, industrie en oude bodemverontreinigingen.
In oppervlaktewater worden de milieukwaliteitsnormen voor bestrijdingsmiddelen regelmatig overschreden. Ook geneesmiddelen, cosmetica, brandvertragers en nanodeeltjes komen in het oppervlaktewater terecht.  Het medicijngebruik neemt door vergrijzing van de bevolking bovendien verder toe. Stoffen als PFAS en microplastics hopen op lange termijn op in het milieu en zijn ongewenst in drinkwater.
Rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI's) kunnen deze stoffen nog niet goed verwijderen. Daardoor komen ze in het milieu terecht en dus ook in bronnen voor drinkwater.  Ook nieuwe ontwikkelingen, zoals de toegenomen activiteit in de ondergrond voor bijvoorbeeld warmte-koudeopslag, kunnen effect hebben op de kwaliteit van drinkwaterbronnen. 

Bescherming van drinkwater en gezondheid

Schoon drinkwater is van levensbelang. De drinkwaterbedrijven zuiveren het gewonnen water tot drinkwater, zodat het voldoet aan de wettelijke eisen. Er zijn steeds  geavanceerdere zuiveringstechnieken nodig om de ongewenste stoffen te verwijderen. Dit is kostbaar en tijdrovend.

De aanpak van bescherming van drinkwaterbronnen 

De provincies en Rijkswaterstaat werken samen met drinkwaterbedrijven, waterschappen en boeren aan maatregelen om de waterkwaliteit rondom drinkwaterwinningen te verbeteren. Er zijn echter meer maatregelen nodig om de  vervuilende activiteiten aanpakken. Het is noodzakelijk dat er minder vervuilende stoffen naar het grond- en oppervlaktewater wegspoelen. Dat kan door de vergunningen van bedrijven om vervuilende stoffen te lozen te herzien. En door vermindering van het gebruik van mest en bestrijdingsmiddelen bij landbouw rondom drinkwaterwinningen.
Meedoen aan deze maatregelen is vaak vrijwillig. Door tegengestelde belangen worden maatregelen vaak afgezwakt. Ook is voor bepaalde problemen niet duidelijk wie dit op moet lossen, de Rijksoverheid of juist provincies en waterschappen. Sommige maatregelen zijn voor provincies te duur om uit te voeren. De monitoring is er te weinig op ingericht om de effecten van maatregelen goed te kunnen volgen.