Laatste wijziging op 04-04-2024

De laatste jaren komen er in Nederland regelmatig warme, droge zomers voor. De klimaatscenario’s van het KNMI Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut) laten zien dat dat in de toekomst waarschijnlijk vaker het geval zal zijn. De droogte kan leiden tot verzilting van het oppervlaktewater en grondwater.

Oppervlaktewater en verzilting

Droogte kan leiden tot verzilting van rivierwater en drinkwaterbronnen. Hierdoor staat de kwaliteit van drinkwater onder druk.
Droogte ontstaat vooral als bij zonnig weer met hoge temperaturen, meer water verdampt dan dat er bijkomt. Eén van de effecten van droogte is dat het oppervlaktewater zouter wordt. Een ander effect is dat de afvoer van de rivieren in de zomer lager is door droogte, waardoor vanaf de kust meer zout water landinwaarts indringt. Dit wordt experne verzilting genoemd. 

Bij extreme verzilting kunnen verschillende flora en fauna verdwijnen en kan het water niet meer gebruikt worden als bron voor de bereiding van als drinkwater. Op alle locaties in Nederland waar oppervlaktewater wordt gewonnen voor drinkwater, staat de waterkwaliteit onder druk door klimaatverandering. Het water kan gedurende droge perioden vaak zonder extra maatregelen niet worden gebruikt voor drinkwaterbereiding.

Grondwater en verzilting

In laag gelegen delen van Nederland komt vaak brak grondwater aan het oppervlak (brakke kwel). De kwel komt door de bodem in het grond- en/of oppervlaktewater terecht. Dit zorgt voor verzilting van de bodem, het grondwater en het oppervlaktewater (interne verzilting).  Bij de voorspelde stijgende zeespiegel en het verder inklinken van de bodem zal er meer druk vanaf de zee op het grondwater komen, waardoor dit proces in de kuststreken gaat versnellen.

Verder landinwaarts komt interne verzilting vooral voor in de diepe polders en droogmakerijen. Als gevolg van eeuwenlange bodemdaling komt het zoute grondwater uit diepere lagen nu als kwel in het oppervlaktewater terecht. Dit zorgt voor verzilting van regionale watersystemen. 

Verzilting en gezondheid

Schoon drinkwater is een primaire levensbehoefte. De jaargemiddelde norm voor chloride in drinkwater is 150 mg/l. Chloride is een mineraal dat  onder andere in keukenzout zit. Tijdens de droge zomer van 2018 was er sprake van verzilting van onder andere het IJsselmeer. Hierdoor hebben bedrijven en huishoudens in een deel van Noord-Holland tijdelijk drinkwater gekregen met een licht verhoogd chloridegehalte(PDF). Dit had geen gevolgen voor de volksgezondheid. De norm is vooral bedoeld om smaakeffecten te voorkomen.

Mensen met een zoutarm dieet en mensen die gebruik maken van thuisdialyse lopen het grootste gezondheidsrisico bij een verhoogd chloridegehalte in drinkwater.

De aanpak van verzilting

Door klimaatverandering en de toenemende vraag naar zoet water zullen in de toekomst waarschijnlijk vaker problemen met zout water door droogte optreden. Daarom heeft de overheid als onderdeel van het Deltaprogramma een deltabeslissing Zoetwater opgesteld. Door de deltabeslissing is er meer duidelijkheid over de beschikbaarheid van water. Ook worden er maatregelen genomen om betrouwbaarder water aan te kunnen voeren en minder water te gebruiken. Eind 2019 heeft de Beleidstafel Droogte 46 aanbevelingen gedaan om Nederland beter weerbaar te maken tegen droogte. Een deel hiervan gaat over verzilting.