Laatste wijziging op 23/10/2024

Trillingen door treinen ontstaan als een trein passeert. Dit komt doordat de wielen van de trein krachten op het spoor en de ondergrond uitoefenen. Omdat de trein rijdt, verplaatsen deze krachten zich. Een trilling is dus een soort golfbeweging in de grond of in een materiaal. Hoe groter die golfbeweging is, hoe sterker de trilling. Naast de golfbeweging is ook de frequentie belangrijk. Met frequentie wordt het aantal trillingen per seconde bedoeld en deze wordt aangegeven in de maat Hertz (Hz).  

Blootstelling aan de trillingen afkomstig van treinen

De trillingen afkomstig van treinen verplaatsen zich vanuit de spoorbaan, door de bodem heen naar een gebouw. Via de fundering kan ook het gebouw zelf gaan trillen. Afhankelijk van de constructie en het ontwerp van het gebouw treedt verzwakking dan wel versterking van de trilling ten opzichte van de fundering op. Hierdoor kunnen mensen in het gebouw de trillingen waarnemen. 
Of de omwonenden trillingen waarnemen of welke trillingsniveaus ze waarnemen hangt af van de karakteristieken van de trillingen (de sterkte, de frequentie en richting) en de manier van waarnemen. De karakteristieken van de trillingen zijn, zoals gezegd, afhankelijk van de treineigenschappen (gewicht, snelheid, enz.) en de bodemgesteldheid. Bij de manier waarop de trillingen ervaren worden, zijn onder meer de plaats op het lichaam en de lichaamshouding van belang.

Trillingen afkomstig van treinen in relatie tot gezondheid

Verschillende effecten op gezondheid en welbevinden door trillingen afkomstig van railverkeer zijn onderzocht. Het gaat om verstoring van activiteiten, zoals slaap en om hinder of lagere kwaliteit van leven. Ook vermoeidheid of verminderd concentratievermogen zijn onderzocht. Niet voor alle onderzochte effecten is evenveel bewijs.  
Het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) doet in Nederland al 10 jaar onderzoek naar spoortrillingen en de mogelijke effecten daarvan op de gezondheid (ernstige hinder en ernstige slaapverstoring). Uit het onderzoek van het RIVM kwam naar voren dat dat ongeveer 11 procent van de Nederlanders van 16 jaar en ouder die binnen 300 meter afstand van het spoor wonen, ernstige hinder van trillingen door treinen ervaren. Het gaat naar schatting om 126.500 mensen. Zij hebben last van irritatie, boosheid en onbehagen. ’s Nachts kunnen deze trillingen hun slaap ernstig verstoren (13 procent). Vooral de trillingen van goederentreinen veroorzaken hinder en slaapverstoring. Gebieden in de buurt van tunnels, spoorbruggen en sporen die naast elkaar liggen, zijn in deze laatste schatting niet meegenomen.
Naast de blootstelling aan trillingen, hebben sociale en persoonlijke factoren ook invloed op de mate waarin mensen hinder ervaren of in hun slaap worden gestoord. Mensen die bezorgd zijn over de waarde van hun woning of over schade aan hun woning, rapporteren vaker dat ze ernstig gehinderd zijn dan mensen die niet bezorgd zijn.
Daarnaast is de mate waarin zij accepteren dat treinen trillingen veroorzaken van invloed, en welke verwachtingen zij voor de toekomst over de trillingen hebben. 

De aanpak van trillingen door treinen

Wetgeving voor trillingen door treinverkeer bestaat niet. Hier wordt al langer aandacht voor gevraagd. Op dit moment zijn er drie instrumenten, met een minder dwingend karakter, die gebruikt kunnen worden om trillingen door treinen te reguleren. Afhankelijk of het wel of niet om een tracébesluit (TB) gaat, moet de Stichting Bouwresearch Rotterdam (SBR-richtlijn) of de Beleidsregel trillinghinder Spoor (Bts) worden gehanteerd. Hiernaast kan gebruik worden gemaakt van Handreiking Nieuwbouw en Spoortrillingen.
De resultaten van het RIVM-onderzoek ‘Wonen Langs het Spoor’ zijn voor de overheid belangrijke input voor het verder ontwikkelen van beleid en wet- en regelgeving op het gebied van spoortrillingen.