Laatste wijziging op 25-11-2024

In Nederland krijgen meer dan 12.000 mensen per jaar longkanker. De kans op longkanker door radon(radon-220) en/of thoron (radon-222) is bij gelijke blootstelling voor rokers een factor 25 hoger dan voor nooit-rokers, doordat roken de effecten van blootstelling aan radon versterkt. Van de circa 400 mensen die per jaar aan longkanker veroorzaakt door radon of thoron overlijden, is 90% rokers.

Blootstelling aan radon en thoron

Radon en thoron zijn radioactieve stoffen die in alle woningen voorkomen. Radon is een edelgas dat van nature ontstaat in de bodem en in bouwmaterialen die daarvan gemaakt worden (o.a. beton). In de buitenlucht is radon in kleine hoeveelheden aanwezig. In woningen kan het zich ophopen, waardoor concentraties binnenshuis hoger is dan buiten. In Nederland komt radon vooral vrij uit bouwmaterialen, in tegenstelling tot het buitenland, waar meer radon vrijkomt uit de bodem. Ook thoron is een radioactief edelgas. Thoron vervalt veel sneller dan radon. Thoron komt vooral vrij uit afwerkingsmaterialen van muren en plafonds.

Radon en thoron in woningen en gezondheid

Radon en thoron zijn edelgassen. Ze worden ingeademd, maar ook gewoon weer uitgeademd. Het inademen van radon of thoron zelf heeft dus géén directe invloed op de gezondheid. Radon en thoron vervallen tot vaste radioactieve stoffen die zich aan stofdeeltjes in huis kunnen hechten. Na inademen kunnen deze stofdeeltjes in de longen achterblijven. Als de radioactieve stoffen daar verder vervallen, geven ze straling af die de cellen in de longen kan beschadigen. Dit verhoogt de kans op longkanker. In vergelijking met andere Europese landen zijn de gezondheidsrisico’s door blootstelling aan radon in Nederland beperkt. Een internationale vergelijking voor thoron is lastiger te maken, omdat er weinig gegevens over blootstelling aan thoron en vervalproducten daarvan beschikbaar zijn.

De aanpak van radon en thoron in woningen

De overheid heeft als taak de stralingsbelasting in woningen, werkplekken en openbare gebouwen te monitoren en openbaar te maken. Het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) meet daarom radonconcentraties in woningen, openbare gebouwen en op werkplekken. De focus ligt daarbij op gebieden waar relatief veel radon uit de bodem vrijkomt (Zuid-Limburg en het Gelders rivierengebied). Daarnaast is elke EU Europese unie (Europese unie)-lidstaat verplicht een Nationaal Radon Actieplan op te stellen en voor woningen, werkplekken en openbare gebouwen een nationaal referentieniveau voor radon vast te stellen om de gezondheidsrisico’s te beperken. Nederland hanteert sinds 2018 een referentiewaarde voor de radonconcentratie in woningen, op werkplekken en in openbare ruimten van 100 becquerel per kubieke meter.

De afgelopen jaren is door GGD Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst)’en ingezet op bewustwording over een goede kwaliteit van het binnenmilieu door het maken en verspreiden van informatiemateriaal. De informatiemateriaal bestaat uit informatie die focust op hoe woningen of werkplekken, eventuele kelder of kruipruimte onder de woning of gebouw zo goed mogelijk kunnen worden geventileerd. Door ventilatie stroomt er frisse lucht naar binnen. Het verversen van de lucht in binnenruimten voorkomt dat radon en thoron zich kunnen ophopen en samen met stofdeeltjes in de luchtwegen terecht kan komen. Tevens het aanbrengen van mechanische of balansventilatie in woningen met uitsluitend natuurlijke ventilatie zou ook een verlagend effect kunnen hebben.