Klimaatverandering vraagt om nieuwe, duurzame bronnen voor energieopwekking. Biomassa is hier één van. Dit houdt in dat bijvoorbeeld GFT afval of hout wordt verbrand voor de opwekking van warmte of elektriciteit.
In Nederland kwam in 2018 61% van de hernieuwde energie uit biomassa. Dit percentage is het laatste jaar gedaald, omdat er steeds meer energie uit wind en zon wordt gewonnen. Toch kan het gebruik van biomassa voor het opwekken van energie nodig zijn voor het bereiken van de klimaatdoelen. Tegelijk roept het stoken van hout vragen op over de effecten op de gezondheid en het milieu.
Ook is het niet altijd duidelijk waar de grondstoffen voor biobrandstof vandaan komen en of biomassa een duurzame oplossing is voor fossiele brandstoffen. Biomassa kan een duurzame oplossing zijn, wanneer de aangroei en verbranding van biomassa in evenwicht zijn. Dit betekent dat per saldo evenveel CO2 uitgestoten wordt als er door de natuur opgenomen wordt.
Biomassa en gezondheid
Het opwekken van energie uit biomassa, in de vorm van het verbranden van hout, gebeurt op verschillende manieren. Te onderscheiden zijn: houtkachels, biomassacentrales in de wijk, het meestoken van biomassa in kolencentrales en in omgebouwde kolencentrales.
De gevolgen van biomassa op de gezondheid verschilt per vorm van verbranding. Grote biomassacentrales moeten voldoen aan strenge eisen om de uitstoot van fijnstof te beperken, bijvoorbeeld door de installatie van rookfilters. Voor kleine biomassacentrales gelden minder strenge eisen. Bovendien zijn kleinere centrales minder efficiënt, waardoor meer fijnstof in de lucht komt per kWh geproduceerde energie. Daarbij komt dat kleine biomassacentrales vaak dichter op woonwijken staan, waardoor de emissies dichtbij de mensen plaatsvinden. Concluderend betekent dit dat kleine biomassacentrales vaak vervuilender en slechter zijn voor de gezondheid dan grote biomassacentrales.
Het verstoken van biomassa voor energieopwekking zorgt voor een verhoogde concentratie fijnstof in de lucht. Luchtvervuiling kan leiden tot het ontstaan of verergeren van luchtwegklachten, hart- en vaatziekten en longkanker. Het is hierbij wel belangrijk om te vermelden dat er bij het verstoken van kolen en aardgas ook schadelijke stoffen vrijkomen. Zo is er bij aardgas sprake van NOx emissies.
Naast de gezondheidsrisico’s door luchtverontreiniging spelen veiligheidsrisico’s van grootschalige opslag van biomassa een rol. Net als bij een chemische installatie kan er bij biomassacentrales sprake zijn van explosiegevaar. Die kans is echter klein. De impact hangt af van het soort installatie (vergassings-/vergistingsinstallatie) en of naast het bedrijvencomplex ook de omliggende omgeving, zal worden geraakt. Een ander risico is dat opgeslagen biomassa kan gaan broeden en vlam vatten. Dit zal leiden tot een brand die lastig te blussen is met veel rookontwikkeling, waardoor fijnstof vrijkomt.
De aanpak van biomassa
Er is nog weinig duidelijk over hoe biomassa precies zal worden ingezet en welke voorwaarden er dan gelden. Wel heeft het kabinet het doel gesteld om biomassa alleen in te zetten wanneer het op een verantwoorde en duurzame manier bijdraagt aan de energietransitie.
Per 1 januari 2020 zijn krijgen kleine bedrijven en particulieren geen subsidie meer voor het aanschaffen van pellet kachels en kleine biomassaketels. Bovendien heeft kabinet aangekondigd de subsidiëring van bij- en het meestoken van biomassa in kolencentrales stop te zetten.