Laatste wijziging op 28/01/2025

Bodemverontreiniging met lood is ontstaan door het langjarig storten van loodhoudend afval en baggerspecie in het verleden, vaak bedoeld als ophoging van laaggelegen gebieden in Nederland. Daarnaast werd de bodem verontreinigd door depositie van lood uit benzine. In de laatste tientallen jaren is de belasting van de bodem met lood steeds minder geworden en veel bodemverontreinigingen zijn opgeruimd. Toch is de aanwezigheid van lood in de bodem nog steeds een punt van aandacht omdat lood bij al geringe blootstelling nadelige effecten heeft op de gezondheid. De urgentie van dit probleem wordt door gemeenten verschillend ingeschat.

Blootstelling aan lood in de bodem

Kinderen kunnen lood binnenkrijgen als zij gronddeeltjes inslikken tijdens het spelen in de tuin, in bermen of andere ‘open terreinen’ of op kinderspeelplaatsen (hand-mond contact). Daarnaast kunnen zij lood binnenkrijgen door het eten van groenten die zijn geteeld op met lood verontreinigde bodem.

Lood in de bodem en gezondheid

Lood heeft invloed op de ontwikkeling van de hersenen. Het heeft bij jonge kinderen een nadelig effect op het leervermogen en leidt tot een verlies van IQ-punten. Voor dit effect van lood bestaat geen drempelwaarde. 
Verschillen in urgentie en aanpak kunnen leiden tot verschillen in beschermingsniveau tussen gemeenten, met gevolgen voor de gezondheid van met name jonge kinderen.
Voor de beoordeling van een bestaande bodemverontreiniging met lood of van de bodem op een nog te bebouwen locatie heeft het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) een procedure opgesteld. Hierbij kunnen de gezondheidskundige risicowaarden voor lood in bodem van de GGD Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst) worden gebruikt. Deze GGD-risicowaarden zijn strenger dan de huidige interventiewaarde voor lood . De interventiewaarde voor lood is namelijk niet beschermend genoeg voor jonge kinderen. 
Omdat het vaak om grote oppervlaktes gaat die met lood verontreinigd zijn, is het op praktische of financiële gronden niet altijd mogelijk de bodem te saneren. In die gevallen adviseren RIVM en de GGD om te streven naar een loodblootstelling die zo laag als redelijkerwijs mogelijk is.
 

De aanpak van lood in de bodem

Om kinderen zo min mogelijk in contact te laten komen met verontreinigde bodem zijn er verschillende maatregelen voor gemeenten mogelijk: plaatsen waar kinderen spelen saneren door een schone bovenlaag aan te brengen, (kunst)gras aanleggen en zorgen voor zandbakken met schoon zand. Voor ouders is het belangrijk te weten dat zij met relatief eenvoudige maatregelen de blootstelling aan lood van kun kinderen kunnen verminderen. Dit kan door kinderen niet te laten spelen op onbedekte verontreinigde grond, hun handen te laten wassen na het spelen, schoenen uitdoen in huis en regelmatig te stofzuigen of te dweilen.